Getijden voor de overledenen
Voor meerdere overledenen

Dagsluiting

Openingsvers

God, kom mij te hulp. Heer, haast u mij te helpen. Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Alleluia.
Het is goed hierna een gewetensonderzoek te houden.
In een gemeenschappelijke viering kan men er een boeteritus aan toevoegen:
Ik belijd voor de almachtige God,
en voor u allen,
dat ik gezondigd heb in woord en gedachte, in doen en laten,
door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
alle engelen en heiligen,
en u, broeders en zusters,
voor mij te bidden tot de Heer, onze God.
De boeteritus wordt aldus afgesloten:
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen,
onze zonden vergeven
en ons geleiden tot het eeuwig leven.
Amen.

Hymne

U, voor het licht ten eind zal gaan,
U roepen wij, o Schepper, aan,
dat Gij in uw barmhartigheid
voor ons een gids en wachter zijt.
Geef dat als ons de slaap omhult,
de droom van U ons hart vervult,
opdat het, als de dag verrijst,
in dankbaarheid uw glorie prijst.
Maak ons bestaan gezond en goed
en geef ons innerlijke gloed,
houd met uw helder licht de wacht
in ’t grauwe duister van de nacht.
Getrouwe Vader, zie ons aan,
wees, Zoon van God, met ons begaan,
vertroost ons, Geest, in deze tijd,
Gij die regeert in eeuwigheid.

Psalmodie

Ant: Hij zal u met zijn vleugels beschermen, geen nachtelijk onheil hoeft ge te vrezen.

Psalm 91 (90)

De bescherming van de Allerhoogste Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden (Lc. 10, 19).
1 Hij die de bescherming geniet van de Allerhoogste,   die in de schaduw van de Almachtige woont, 2 Hij zegt tot de Heer: ‘Mijn toevlucht, mijn burcht,   mijn God, op wie ik vertrouw.’  _ 3 Want Hij maakt u los uit de strik van de jagers,   behoedt u voor de kwaadaardige tong. 4 Hij zal u met zijn vleugels beschermen,  °   onder zijn wieken vindt gij een toevlucht,   zijn trouw is uw pantser en schild. 5 Geen nachtelijk onheil hoeft ge te vrezen,   geen pijl bij klaarlichte dag; 6 Geen ziekte die sluipt in de duisternis,   geen kwaal in de gloeiende zon.  _ 7 Al vallen er naast u duizend neer,  °   tienduizend man aan uw zijde,   u zal het onheil niet deren. 8 Het zal gebeuren onder uw ogen,   ge zult de straf van de zondaars zien. 9 De Heer is immers uw toevlucht,   de Allerhoogste uw burcht.  _ 10 Het kwaad zal u niet bereiken,   de ramp blijft ver van uw tent. 11 Hij heeft zijn engelen last gegeven   op al uw wegen u te bewaken.  _ 12 Zij zullen u op hun handen dragen,   geen steen zal uw voeten kwetsen. 13 Gij kunt op slangen en adders trappen,   leeuwen en draken trotseren.  _ 14 ‘Wie op Mij rekent zal Ik verlossen,   beschermen zal Ik wie Mij erkent. 15 Wanneer hij Mij aanroept zal Ik hem horen,  °   hem bijstaan in iedere nood,   hem redden en aanzien schenken. 16 Zijn levensdagen zal Ik vervullen,   mijn zegen zal hij ervaren.’  _
  Eer aan de Vader en de Zoon   en de heilige Geest.   Zoals het was in het begin en nu en altijd   en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Ant: Hij zal u met zijn vleugels beschermen, geen nachtelijk onheil hoeft ge te vrezen.

Korte schriftlezing met Responsorium

Apok. 22, 4-5
Zij zullen zijn gelaat aanschouwen en zijn naam zal op hun voorhoofd zijn. Er zal geen nacht meer zijn en zij behoeven geen licht meer van lamp of zon, want God de Heer zal over hen lichten, en zij zullen heersen in de eeuwen der eeuwen.

In uw handen, Heer, beveel ik mijn geest.
In uw handen, Heer, beveel ik mijn geest.
Gij zijt mijn Verlosser, getrouwe God.
In uw handen, Heer, beveel ik mijn geest.
Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
In uw handen, Heer, beveel ik mijn geest.

Lofzang uit het Evangelie

Ant: Bewaar ons, Heer, als wij waken; bescherm ons, als wij slapen; dan zullen wij waken met Christus en rusten in vrede.

Lc. 2, 29-32

Christus, het licht voor alle heidenen en de glorie van Israël
29 Laat nu, Heer, volgens uw woord   uw dienaar in vrede heengaan. 30 Mijn ogen hebben uw heil aanschouwd 31 dat Gij hebt bereid voor de volken: 32 Het licht dat voor alle heidenen straalt,   de glorie van Israël uw volk.  _
  Eer aan de Vader en de Zoon   en de heilige Geest.   Zoals het was in het begin en nu en altijd   en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Ant: Bewaar ons, Heer, als wij waken; bescherm ons, als wij slapen; dan zullen wij waken met Christus en rusten in vrede.

Afsluitend gebed

Laat ons bidden.
Heer, bezoek dit huis en houd ver van ons alle listen van de vijand. Mogen uw engelen hier wonen om ons in vrede te bewaren en laat uw zegen altijd op ons rusten. Door Christus onze Heer.
Amen.

Een rustige nacht en een goed einde
schenke ons de almachtige Heer.
Amen.

Maria-antifoon

Verheven moeder van de Verlosser,
die altijd zijt de open deur des hemels
en de ster der zee,
kom het volk te hulp dat valt en poogt op te staan.
Gij die tot verwondering van de natuur
uw heilige Schepper hebt gebaard
en maagd zijt gebleven;
gij die door Gabriël zijt begroet,
ontferm u over ons, zondaars.